Cederhout 0000.0011

 

        Literatuur

- Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen. Deel IV: Hout. Amsterdam (Veen), 19253e druk/voorwoord. [350 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 42-43, 44, 46-47, 76-77, 79

- Hogervorst, P., Materialenleer voor meubelmakers. Deel in de serie 'De Ambachtschool'. Rotterdam (Nijgh & Van Ditmar), 19502e druk. [163 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 31 (als naaldhoutceder, vooral van de Libanon; ook als potloodceder, Eastern Red Ceder, Western Red Ceder, Alerce ); 43 (als loofhoutceder van de Cedrela)

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Eerste deel: A - K. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [679 blz. ISBN -]. Hierin "Cederhout": blz. 284

- Scheltema, P.H., Practisch Handboek voor Bouwkundigen en Ambachtslieden, omvattende nagenoeg alle, bij de uitvoering van bouwwerken, voorkomende werkzaamheden, gereedschappen, materialen en hulpmiddelen. Alphabetisch gerangschikt, beschreven, verklaard en door talrijke afbeeldingen nader toegelicht (Naar G.A. Smit, geheel opnieuw bewerkt en belangrijk uitgebreid door P.H. Scheltema). Rotterdam (D. Bolle), z.j. [874 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Cederhout": blz. 104

- Fokker, J. & P.J.M. Muller, Materialen en gereedschappen voor handenarbeid. Purmerend (Muusses), 1963voorwoord. [111 blz. ISBN -]. Hierin "Cederhout": blz. 61-62 ("Cederhout kan afkomstig zijn van de cedrela (loofhout) of van de cedar (naaldhout). De cedrela groeit in Azië en Amerika. Het hout van deze boom, waarvan het spint roze en het kernhout bruinrood is, is gemakkelijk te herkennen aan de geur. Denk maar eens aan de vroeger meest gebruikte sigarenkistjes. Verder wordt cederhout gebruikt voor betimmeringen op schepen, kantoren, winkels e.d. Ook race-roeiboten worden wel van ceder gemaakt. De cedar groeit in Europa. Hetb hout hiervan wordt in hoofdzaak gebruikt bij de vervaardiging van potloden. Men noemt het daarom ook wel potloodceder" - dit is de relevante tekst volledig)